top of page

WAT IS CYBERPESTEN ?

Onder cyberpesten zijn alle vormen van pesterijen waarvoor internet, gsm of computer gebruikt worden om slachtoffers lastig te vallen, te bedreigen en te beledigen te verstaan. Net zoals persoonlijk pesten kan cyberpesten ernstige gevolgen hebben. Slechte schoolresultaten en een verlaagd zelfbeeld zijn geen uitzonderingen. Het gaat zelfs zo ver dat slachtoffers zich niet meer veilig voelen in hun eigen huis. In sommige gevallen gaat het slachtoffer bepaald gedrag kopiëren en hierdoor zelf pesten. Enkele voorbeelden van sociaalnetwerksites waarop aan cyberpesten gedaan wordt zijn Facebook, Ask.fm en Netlog. Maar deze zijn niet de enige; op zowat elke sociaalnetwerksite wordt aan cyberpesten gedaan. 

 

Klassiek pesten komt nog steeds het vaakst voor, namelijk in 70% procent van de pestgevallen. Dit wijst er dus op dat er vooral een combinatie bestaat van klassiek pesten en cyberpesten. Het voordeel voor de pestkop is dat hij zich via het internet in een positie bevindt waarbij hij (als hij dat wil) anoniem kan blijven. Wie anoniem is, kan dus niet gestraft worden voor zijn daden.

 

 

ENKELE CIJFERS

Uit een onderzoek van de KU Leuven blijkt dat 21% van de kinderen het afgelopen jaar slachtoffer was van cyberpesten. De slachtoffers zijn vaak zoals eerder vermeld kinderen die in het echte leven ook gepest worden, bijvoorbeeld op de speelplaats of in de klas. Het grote nadeel van cyberpesten is dat het slachtoffer niet verlost is als de schoolbel rinkelt. Hij blijft bereikbaar via internet, gsm, ... Dit is zeer gevaarlijk omdat de pester niet kan zien hoe het slachtoffer op zijn pestgedrag reageert. Als de pester in ‘real life’ iemand pest zie de pester de reactie van de gepeste. Het slachtoffer begint te huilen of loopt weg. Op het internet kan de pester niet zien of zijn pestgedrag het slachtoffer raakt, wat vaak kan leiden tot dramatische gevolgen.

Wat ook is gebleken uit het onderzoek van de KU Leuven is dat meisjes vaker slachtoffer zijn (25%) dan jongens (17%). Dit is te wijten aan het feit dat meisjes vaker aangeven dat ze het pestgedrag heel vervelend vinden en dat ze zich er lang slecht over kunnen voelen. Dit is natuurlijk de bedoeling van de pestkop, hij krijgt immers bevestiging dat zijn pestgedrag succesvol is.

Ook op vlak van onderwijs is er een verschil. In het ASO is 18% het afgelopen jaar slachtoffer geweest, in het TSO is dit 20% en in het BSO zelfs 24%. Ook opmerkelijk is dat cyberpesten meer gangbaar is in het BSO en klassiek pesten in het ASO.

 

 

PROFESSIONELE HULP

Voor slachtoffers bestaan er verschillende instanties waar ze terecht kunnen. Voorbeelden hiervan zijn het CLB, Childfocus en het JAC. Er bestaat ook een Kinder- en Jongerentelefoon waar slachtoffers naar kunnen bellen als ze problemen hebben. Wie echt actie wil ondernemen, kan contact opnemen met de provider van de site of de FCCU (Federal Computer Crime Unit van de politie).

Cyberpesten

bottom of page